|
||||||||
Een heel bijzonder geluid komt ons dezer dagen vanuit Gent aanwaaien. Frontvrouw Nele De Gussem, bij sommigen bekend van haar werk met onder meer Maya’s Moving Castle en BRNS verzamelde vijf andere actievelingen uit de Gentse scene rond zich voor dit nieuwe, geweldig intrigerende project, met een nogal mysterieus klinkende naam, die het midden houdt tussen mens en machine. Zelf speelt Nele gitaar en aan de vocale kant krijgt ze de steun van de zussen Rana & Sherien Holati Mohamed, ook wel bekend onder de naam Binti. De toetsen worden onder handen genomen door de min of meer van St. Grandson bekende Koen Quintyn, terwijl de ritmesectie bestaat uit bassist Nils Vermeulen -zie Jukwaa- en drummer Simon Raman, met Steiger en Ivy Falls op de referentielijst. Fijne verzameling goeie muzikanten, dat kun je zonder al te groot risico zeggen, maar het zegt a priori niks over dit nieuwe project, natuurlijk. De debuutplaat -die overigens in een bijzonder fraai hoesje steekt- is met zijn 35 minuten redelijk kort gehouden, wellicht ook om alles netjes op een LP te krijgen en ze bevat 8 songs van de hand van Nele De Gussem. Die songs vergen best wel een beetje inspanning van de luisteraar, aangezien de muziek een flink aantal laagjes telt en de stem niet echt prominent vooraan in de mix zit, al vormen de meerstemmige vocalen zonder enige twijfel de hoofdmoot van de plaat. De singles “Screens” en “Lonely Giant” kent u vast wel van de radio en iets zegt me dat ook de overige zes tracks hun weg naar uw oorschelpen zullen vinden. Opener “A Cake Spell” is bij voorbeeld een gemene oorwurm, die weliswaar een beetje verlegen en aarzelend begint, maar zich wel bij elke draaibeurt een beetje steviger onder je schedeldak vasthecht.”Heights” is daar het tweelingzusje van en mengt ook alleraardigst indie met een wat psychedelisch aangeklede vertelling. “A Tribe” doet percussiegewijs zijn titel alle eer aan en verklaart helemaal waarom ik ergens de term “magisch-realisme” zag opduiken in een aankondiging van een concert van de band. De muzikale schilderijen zijn nu eens repetitief, dan haast onbevattelijk of ongrijpbaar van aard en dat heeft voor gevolg, zoals ik eerder al zei, dat je wel wat moeite moet doen, als je deze plaat beluistert, maar zodra je door dié inspanning heen bent, openen zich bij wijlen formidabele beelden, zoals bij voorbeeld in “First Candy People”, dat, op geheel Beach Boys-achtige wijze, de meest ongewone ritmes en harmonieën tot een prachtsong weet samen te smelten. De geluidjes en bliepjes, die “Bag Man” inleiden en begeleiden, roepen een heuse sixties-sfeer op en maken ook deze song tot een intrigerend stukje muziek. Afsluiter “Home” vormt het perfecte sluitstuk van een akelig mooie plaat die, voor zover mijn oren mij niet bedriegen, niet één mindere track bevat. Als ik hoor wat voor troep de radio dezer dagen uitspuwt, dan kan ik alleen maar hopen dat er ooit weer een tijd komt dat intrigerende platen als deze weer aan bod mogen komen en o ja, voor ik het vergeet: het zal weinigen verbazen dat deze plaat uit is bij Starman Records, dat stilaan het epitheton van “toevluchtshuis voor goeie muziek” in zijn logo mag gaan verweven. (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||